Pecorino is zo een druif waar de spanning vanaf spat. Deze wijn kenmerkt zich door een volwassen, complexe en overtuigende stijl. De aroma’s gaan van gele appel, meloen, perzik tot tropische geuren van mango, papaja en typische gele bloemen. De smaak drukt zich uit in volheid, goede body, een zachte delicate zuurgraad en elegantie.
Oorsprong van de druiven: De druiven worden geteeld in Fossacesia, waar het overlappende klimaat tussen koel en warm de productie van internationaal en inheems mogelijk maakt. Het is een klei-achtige, open grond, meer cultuur, dichtheid 4000 wijnstokken. De druiven worden geplukt tijdens de eerste week van september. Na de ontsteling wordt de wijn gemaakt bij koude maceratie en gedurende 12 uur bij 10 °C langzaam geperst. De alcoholische gisting wordt bij 14 °C uitgevoerd door selectieve gisten toe te voegen, vervolgens rijping in roestvrijstalen tanks gedurende 5 maanden.
Over Venea
Liefde voor de natuur staat hoog in het vaandel van de familie Paolucci. De hele familie, van ouders tot kinderen, oom en zelfs een neef zijn betrokken bij het wijn maken.
De huidige 3e generatie maakt zelf wijn, maar de vorige generaties leverden hun druiven aan de coöperatie. Nicoline en zijn echtgenoot Serena maken op een hypermoderne manier wijnen van de autochtone druivenrassen trebbiano, montepulciano en pecorino. Van die laatste dacht men dat het ras rond 1900 verdwenen was. Maar dit is inmiddels de witte variëteit waarmee de streek furore maakt. De Venea wijngaarden strekken zich uit langs 10 hectare in het gebied van Fossacesia vlak bij Chieti in de Abruzzen.
